HK-Lazuur 3in1

De ondergrond moet schoon, stofvrij en droog zijn.

Maathoudende houten bouwdelen: houtvochtgehalte 11-15%

Beperkt en niet maathoudende houten bouwdelen: houtvochtgehalte max. 18%

Oude verflagen (bijv. dekkende lakken of verven), schors, bast en vuil geheel verwijderen.

Losse en gescheurde knoesten alsmede open harsplekken verwijderen en met een geschikte middel reinigen (bijv. Verdunner en Gereedschapsreiniger).

Gladde, geschaafde houtoppervlakken indien mogelijk voor behandeling schuren en stofvrij maken om een betere verfopname te waarborgen.

BFS-merkblad nr. 18 "Coatings op hout en bouwmaterialen van hout buiten" in acht nemen.

Materiaal goed doorroeren.

Kwasten.

In houtvezelrichting aanbrengen.

Na droging een tweede laag aanbrengen.

Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.

Aangebroken verpakking goed sluiten en zo snel mogelijk verwerken.

Op een testvlak de compatibiliteit, hechting en kleur op de ondergrond testen.

Alvorens technisch gemodificeerde houtsoorten en materialen op houtbasis te coaten, moeten een proefcoating en een geschiktheidstest voor het gewenste toepassingsgebied worden uitgevoerd.

Bij het overschilderen met andere verfmaterialen verdient het de aanbeveling de hechting met de verflaag te testen.

Kleurloos is niet geschikt voor buiten, direct blootgesteld aan weersinvloeden.

Door het verschillende dekkend gedrag van witte en pastelkleurige beitstinten kan het visueel uitzicht variëren naargelang van de ondergrond. Vooraf moet worden nagegaan of er verkleuring van de glazuurlaag kan optreden door houtbestanddelen.

Door de geringe UV-bescherming van deze tinten moet met kortere onderhoudsintervallen rekening worden gehouden.

Om met deze kwesties rekening te houden en ze te verhelderen, moet vooraf een proefvlak worden gemaakt om de oppervlakteverwachting te waarborgen.

Bij inhoudstofrijke houtsoorten zoals bijv. eiken, red cedar, afzelia, redwood enz. kan door neerslag uitloging van in water oplosbare stoffen ontstaan. Dit kan tot verkleuringen op licht metselwerk of stucwerk leiden.

Ook voor andere houtsoorten wordt aangeraden vooraf een proef op te zetten.

Kopshout aan de onderkant voorzien van een waterhol.

Kopshout en zaagvlakken moeten vervolgens met kopshoutsealer tegen vocht worden beschermd.

Met elke nieuwe laag wordt de kleur intensiever en neemt de glansgraad toe.

Praktijkgegevens bij 20°C en 65% relatieve luchtvochtigheid.

Bij lage temperaturen, weinig ventilatie en hoge luchtvochtigheid gaat het drogen langzamer.

Acrylkwast, blokkwast

Gereedschap direct na gebruik met water en zeep reinigen.

Reinigingsrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften deponeren.

In de gesloten verpakking, droog, vorstvrij opgeslagen
tenminste 36 maanden.

Ca. 100 ml/m² per laag, minstens 2 lagen nodig.

Glad geschaafde of zeer dichte houtsoorten hebben een kleiner absorberend vermogen en vereisen eventueel een 3e behandeling.

Wanneer geschaafd lariks, of andere harshoudende naaldhoutsoorten worden toegepast, kan dit vooral bij de jaarringen, noesten en harsrijk laathout lijden tot een slechtere hechting en weersbestendigheid van de beitslaag.
Hier moet rekening worden gehouden met kortere onderhoudsintervallen. Een oplossing is verwering vooraf of het hout zeer grof schuren (P80). Bij deze houtsoorten heeft een fijn bezaagd oppervlak een beduidend langere onderhoudsinterval.

Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.

Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.